Deelnamevoorwaarden huisvesting bijzondere doelgroepen

Regionale werkwijze Midden-Holland voor het bevorderen van uitstroom uit instellingen door het zelfstandig huisvesten via directe bemiddeling van woningzoekenden.

Wat zijn deelnamevoorwaarden?

Bij het aanmelden van een kandidaat voor bemiddeling naar een uitstroomwoning zijn voor de aanvragende woningzoekende en de hulpverleningsinstantie deze deelnamevoorwaarden van toepassing. Met het indienen van een aanvraag voor bemiddeling naar een uitstroomwoning gaan de aanvragers akkoord met de deelnamevoorwaarden.

De deelnamevoorwaarden hebben betrekking op de doelgroep, de voorwaarden voor het indienen van een aanvraag en beschrijft de werkwijze van bemiddeling en huisvesting.

Door aanmelding van een kandidaat door het indienen van een aanvraagformulier erkent u en stemt u ermee in dat u de deelnamevoorwaarden heeft gelezen, begrepen en hiermee akkoord gaat.

Inhoud

  1. Onderwerp en omschrijving doelgroep
  2. Voorwaarden voor aanmelding
  3. Werkwijze na aanmelding

Onderwerp en omschrijving doelgroep

De gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Krimpenerwaard, Gouda, Waddinxveen en Zuidplas stellen elk jaar gezamenlijk een aantal woningen beschikbaar voor woningzoekenden die kunnen en moeten uitstromen uit regionale instellingen voor maatschappelijke opvang, tijdelijk verblijf en beschermd/beschut wonen, alsmede ex gedetineerden die niet terug kunnen naar de eerdere woonsituatie en dak- en thuislozen voor wie de regio Midden-Holland de meest aangewezen verblijfplaats is. Het gaat om woningzoekenden die een indicatie hebben voor begeleiding door een hulpverleningsinstantie en in staat zijn om – met woonbegeleiding – zelfstandig te kunnen wonen.

Bewoners van diverse instellingen gevestigd in de regio Midden-Holland kunnen hiervoor in aanmerking komen. De regeling is bedoeld voor mensen met een maatschappelijke binding aan de regio of voor wie de regio de meest aangewezen woonplaats is. Ook bewoners van instellingen voor tijdelijk verblijf buiten de regio kunnen een aanvraag indienen, maar alleen als de aanvrager afkomstig is uit de regio Midden-Holland. Alleen woningzoekende uitstromers, die niet op eigen kracht een goede kans maken op een woning worden bemiddeld.

De hulpverleningsinstantie van de woningzoekende kan de aanvraag online indienen via de website van de gemeente. De hulpverleningsinstantie beschikt over e-Herkenning met betrouwbaarheidsniveau 2+. Het aanvraagformulier wordt online ingediend en verstuurd.

Uitsluitend volledige aanvragen worden in behandeling genomen. De op het formulier vermelde bijlagen worden volledig aangeleverd. De hulpverleningsinstantie vult in overleg met de woningzoekende het aanvraagformulier in, waarbij alle noodzakelijke informatie wat betreft de woonsituatie wordt vermeld.

De aanmelding voor Wonen Eerst loopt via een apart traject, zoals beschreven in de Informatiefolder Wonen Eerst Gouda en omstreken. Deze deelnamevoorwaarden zijn niet van toepassing op Wonen Eerst. Wonen Eerst heeft eigen werkafspraken.

Voorwaarden voor aanmelding

  1. De woningzoekende wordt begeleid door een zorg/hulpverleningsinstantie;
  2. De aanvraag voor een uitstroomwoning wordt ingediend door de instelling waaruit doorstroom wenselijk is of door de begeleidende instantie;
  3. Indien de aanmelding voor een uitstroomwoning gedaan wordt voor iemand die met een WMO indicatie in een woon/opvanglocatie buiten de regio geplaatst is, kan de aanvraag voor een uitstroomwoning ook gedaan worden door de WMO consulent/ degene die de indicatie heeft afgegeven voor plaatsing buiten de regio. Daarbij wordt tevens aangegeven welke instantie de zorgdak-begeleiding gaat doen;
  4. Bij dakloosheid is betrokkene aangemeld bij het Loket dak- en thuislozen, heeft een postadres gekregen en heeft een indicatie voor zorg/begeleiding bij zelfredzaamheid. Voor bemiddeling komen slechts in aanmerking dakloze mensen met meervoudige problemen, die in een hulpverleningstraject opgenomen zijn en daaraan meewerken, maar – om niet verwijtbare redenen – niet in de maatschappelijke opvang (kunnen) verblijven. Deze mensen hebben naast een dak boven hun hoofd ook behoefte aan zorg en ondersteuning bij zelfredzaamheid. Spoedzoekers die zelfredzaam zijn vallen niet onder de doelgroep huisvesting bijzondere doelgroepen;
  5. Bij de aanmelding voor de wachtlijst uitstroom HBD worden de volgende documenten overlegd:
    – de meest recente inkomensverklaring van de belastingdienst
    – een uittreksel van de Basisregistratie Personen met historische adressen
    – indien van toepassing een verhuurdersverklaring van de laatste verhuurder.
  6. De woningzoekende is in staat om (binnen drie maanden na aanmelding) zelfstandig te wonen en zich als een goed huurder te gedragen;
  7. Met de woningzoekende zijn – zonodig – afspraken gemaakt over de volgende aandachtspunten:
    (a) Alcohol-, drugs- of gokverslaving. Woningzoekende is hiervoor in behandeling, of – indien afgekickt – de begeleider is alert op een eventuele terugval.
    (b) Gedragsproblematiek en agressie.
    (c) Financiële problemen: deze moeten in kaart zijn gebracht. Woningzoekende moet aantoonbaar de intentie hebben de huur te voldoen. Deze intentie kan blijken uit een lopende afbetalingsregeling met betrekking tot oude huur- of hypotheekschulden. In de afspraken over woonbegeleiding is vastgelegd wat er is geregeld omtrent budgetbeheer of schuldhulpverlening. Minimaal is geregeld dat de huur van de woning betaald wordt en dat de schulden niet verder oplopen. Per individueel geval wordt bekeken welke voorwaarden worden gesteld;
  8. Er wordt eerst een (tijdelijke) huurovereenkomst aangegaan, waarbij de tijdelijke huurovereenkomst wordt gekoppeld aan woonbegeleidingsafspraken huurovereenkomst met woonbegeleidingsafspraken. De woningzoekende is bereid om minimaal 1 jaar – en maximaal 2 jaar – begeleiding te ontvangen bij het zelfstandig wonen. De woningcorporatie bepaalt of huurovereenkomst met woonbegeleidingsafspraken voor 1 of 2 jaar aangegaan wordt. De begeleiding moet geregeld zijn bij het sluiten van de huurovereenkomst. De intentie is gericht op het omzetten van de huurovereenkomst met woonbegeleidingsafspraken naar een reguliere huurovereenkomst.
  9. De woningzoekende beschikt over zelfstandige inkomsten. Dit kan ook een uitkering zijn. Het tijdig betalen van de eerste verhuurnota is geregeld, vooraf is duidelijk wie die nota betaalt.
  10. De woningzoekende staat ingeschreven in het reguliere woonruimteverdeelsysteem. Voor de gemeente Krimpenerwaard is dat www.wonenindekrimpenerwaard.nl. Voor de overige gemeenten in Midden-Holland is dat www.woningnetregiomiddenholland.nl. Woningzoekenden die op eigen kracht een goede kans maken op het vinden van een woning, zoeken regulier en maken geen gebruik van het traject voor directe bemiddeling voor een uitstroomwoning. Hierover is overleg met de woningcorporatie mogelijk.

Werkwijze na aanmelding

  1. Aanvragende woningzoekenden komen op een wachtlijst. Indien een woning vrij komt (door huuropzegging) zoeken de woningcorporaties vervolgens welke woningzoekende op de wachtlijst past bij de vrijkomende woning. Dat is niet per se degene met de oudste aanvraag. Immers de zoekvraag verschilt per woningzoekende, zoals zoekgemeente(n), leeftijd, huishoudsamenstelling en omgevingsaspecten of persoonlijke aspecten van de woningzoekende waar rekening mee gehouden moet worden bij woningtoewijzing.
  2. De woningcorporaties kunnen een woningzoekende uitnodigen voor een oriënterend intakegesprek. Doel is om een zo goed mogelijke match te kunnen maken tussen de woningzoekende en een woning.
  3. De woningcorporaties bieden woningzoekenden via hun woonbegeleider een passende woning aan. Op basis van het ingevulde aanvraagformulier beoordelen de woningcorporaties zoveel mogelijk of een woning passend is. Zodra een passende woning beschikbaar is, neemt de woningcorporatie contact op met de hulpverleningsinstantie om een afspraak te maken voor een intakegesprek met woningzoekende en begeleider.
  4. Een woningcorporatie kan zelf op grond van haar privaatrechtelijke plaatsingsverantwoordelijkheid als verhuurder, afzien van een woningaanbieding. Dit gebeurt alleen op zwaarwegende gronden. Bijvoorbeeld indien woningzoekende zich schuldig maakt aan bedreigingen of ernstige overlast veroorzaakt, of recente huurschulden bij de woningcorporatie heeft zonder lopende afbetalingsregeling, of recent een huisuitzetting heeft gehad. In elk individueel geval wordt een afweging gemaakt. Vóór een eventuele afwijzing vindt er altijd een gesprek plaats met de hulpverleningsinstantie. Een afwijzing wordt individueel gemotiveerd, waarbij wordt aangegeven wanneer/onder welke voorwaarden een woningzoekende wél voor verhuring in aanmerking komt.
  5. Als de woningcorporatie akkoord is met de verhuring, dan wordt een tijdelijke huurovereenkomst aangegaan van 1 of 2 jaar. Woningcorporaties gebruiken daarvoor een huurovereenkomst die gekoppeld is aan woonbegeleidingsafspraken (integraal onderdeel van de tijdelijke huurovereenkomst of vastgelegd in een aparte woonbegeleidingsovereenkomst).
  6. Het zorgdakcontract wordt ondertekend door de zorginstelling die de woonbegeleiding gaat doen. Als de aanvragende instelling niet zelf de woonbegeleiding gaat doen, zorgt deze voor een warme overdracht naar een andere begeleidende organisatie en zorgt dat de woningcorporatie op de hoogte is, en de contactgegevens heeft van degene die de woonbegeleiding gaat doen.
  7. In het zorgdakcontract leggen betrokken partijen ook de tussentijdse evaluatiemomenten vast. Deze evaluatiegesprekken vinden in principe in de woning plaats in het bijzijn van de woonbegeleider.
  8. Het uitgangspunt is dat de tijdelijke huurovereenkomst met woonbegeleidingsovereenkomst na afloop wordt omgezet in een reguliere huurovereenkomst voor onbepaalde tijd, tenzij er sprake is van contra-indicaties (NB het tijdelijk verlengen van een tijdelijk huurovereenkomst is juridisch niet mogelijk). Redenen om een tijdelijke huurovereenkomst met woonbegeleidingsafspraken te beëindigen en niet om te zetten naar een reguliere huurovereenkomst kunnen bijvoorbeeld zijn: een huurachterstand waarbij het niet lukt een betalingsregeling overeen te komen; het meermaals veroorzaken van (zware) overlast; het niet nakomen/veelvuldig afzeggen van afspraken. Elke casus wordt individueel en in overleg tussen woningcorporatie en de hulpverleningsinstantie beoordeeld.
  9. Uiterlijk 3 maanden vóór afloop van de tijdelijke huurovereenkomst met woonbegeleidingsovereenkomst vindt een evaluatiegesprek plaats tussen de woningcorporatie, de huurder en de woonbegeleider. In dat gesprek geeft de woningcorporatie aan of de tijdelijke huurovereenkomst wordt omgezet naar een reguliere huurovereenkomst voor onbepaalde tijd. Woningcorporaties behouden zich het recht toe de huurovereenkomst gemotiveerd te beëindigen. Na beëindiging van de tijdelijke huurovereenkomst met woonbegeleidingsafspraken moet de huurder de woning verlaten.
  10. (Huur)schulden leiden niet automatisch tot het afzien door een woningcorporatie van een woningaanbieding. Per individueel geval wordt dit bezien en wordt maatwerk gezocht. De handelwijze bij huurschulden is overeenkomstig het bepaald in het Convenant voorkomen huisuitzetting/ het laatste kans beleid. De woningcorporatie houdt rekening met de bijzondere doelgroep bij uitstroom en het feit dat huisvesting in dit kader in eerste instantie plaats vindt op tijdelijke basis en met een zorgdakcontract waarin afspraken zijn opgenomen waar betrokkene zich aan moet houden om verlenging van het huurcontract krijgen, bijvoorbeeld budgetbeheer of bewindvoering. Dit is een belangrijke waarborg voor de woningcorporatie dat het niet opnieuw zal misgaan. Mocht het binnen de “proefperiode’’ wel mis gaan, dan wordt de huurovereenkomst niet verlengd. Daarmee zijn de risico’s voor de woningcorporatie beperkt.
  11. Indien een aanvrager op de wachtlijst een tijdelijke woonoplossing vindt om plaats te maken in de instelling, blijft de inschrijving op de wachtlijst gehandhaafd. Voorwaarden zijn dat
    -de persoon al op de wachtlijst HBD staat op het moment van overbruggingsuitstroom;
    -het een tijdelijke oplossing is ter overbrugging tot een uitstroomwoning HBD aangeboden wordt, zoals tijdelijke inwoning of initiatieven zoals huur en buur, e.d. Dus onzelfstandige woonruimte.
  12. Een woningzoekende die een passende woningaanbieding weigert wordt van de wachtlijst verwijderd en wordt niet meer bemiddeld naar een woning. Dit betekent dat de woningcorporaties niet meer op zoek gaan naar een woning voor de woningzoekende. De woningzoekende kan nog wel zelf – via Woningnet of anderszins – een woning zoeken. Alleen als naar het gezamenlijke oordeel van de hulpverleningsinstantie, de woningcorporatie en de gemeente sprake is van een gegronde reden voor weigering van de aangeboden woning, blijft de inschrijving op de wachtlijst gehandhaafd.
  13. De hulpverleningsinstantie die de woonbegeleiding verzorgt, is verantwoordelijke voor het nakomen van de gemaakte woonbegeleidingsafspraken in de huurovereenkomst met woonbegeleidingsafspraken en het treffen van afdoende maatregelen als de woningzoekende overlast veroorzaakt in of rond de woning.
  14. De woonbegeleider zorgt dat de contactgegevens actueel zijn en geeft zijn/haar bereikbaarheid door, inclusief een vervanger bij afwezigheid. Als de woningcorporatie bij een woningaanbieding geen contact krijgt met de woonbegeleider binnen een week, vervalt de aanbieding.