Arie van der Spek was van 1985 tot 1991 directeur Financiën en van 1991 tot 1999 gemeentesecretaris van de gemeente Gouda.
Waar bent u het meest trots op?
Mijn trots is relatief, maar dat mij bij mijn afscheid het ereburgerschap werd toegekend heeft zeker te maken met mijn bijdrage aan de vrede herstellen van de verhoudingen tussen Gouda en de Provincie en het ministerie van Binnenlandse Zaken. Gouda’s eeuwigdurende financiële afhankelijkheid van het Rijk (extra geld vanwege de extra kosten als gevolg van de slechte bodem) ging ten koste van de kwaliteit van het afwegingsproces zoals die in de gemeenteraad (van elke gemeente) verwacht mag worden. “Er is geen geld“ of “Het mag niet van Den Haag“ zijn zinnen die elke politieke discussie in de raad doodslaan en leiden uiteindelijk tot een ondermijning van de democratische besluitvorming. Met het uitonderhandelen van een afkoopsom kreeg politiek-Gouda weer de mogelijkheid om zelf prioriteiten te stellen. Op mijn rol in het onderhandelingsproces ben ik wel een beetje trots.
Wat is uw wens voor Gouda?
Het mankeert Gouda niet aan geschiedenis, levendigheid, dynamiek en vitaliteit, maar het zit wel opgesloten in een zeer beperkte oppervlakte. De dynamiek in het verbeteren van de infrastructuur, huisvesting van doelgroepen en een groeiend inwoneraantal kan alleen worden bereikt door het samensmelten van Gouda met Waddinxveen en een deel van Reeuwijk/Bodegraven.